“Drie keer al zijn ze langs geweest, ik dacht deze keer echt dat het probleem opgelost was”, zucht Bieke*, die ruim twee jaar geleden als huurder introk in een pas gerenoveerd rijhuis in de Gentse Sparrestraat. Binnen toont ze de terugkerende vochtplekken, kleine bubbels die onder meer in de muur bij de trap en naast de koepel in het plafond zijn verschenen. Nadien neemt ze ons mee naar de keuken – “die zich aan het lostrekken is van de muur” – en de tuin, waar een zijmuur al eens is afgebrokkeld en nadien hersteld. “Bij de buren kun je dat nog altijd zien”, wijst ze vanop het gras. “Na zo’n totaalrenovatie moet een huis zich nog wat zetten, zeiden ze. Maar dit is allemaal geen toeval meer.”